Trabant en Wartburg zijn cool

Het einde van de productie van Trabant en Wartburg is reeds drie decennia geleden. Fans in Saksen-Anhalt houden de traditie van deze Oost-Duitse auto’s echter hoog.

De lucht in de Friedensstrasse in Biere (Salzlandkreis) ruikt naar tweetaktmotoren. Het geratel van de Trabant-caravan is onmiskenbaar. Tussendoor het iets lagere motorgeluid van drie Wartburgs. En daarachter het gebrul van twee vrachtwagens – een Ifa-W50 uit Werdau en een GAS uit Gorki, Rusland. De ‘Trabantfreunde Schönebeck’ hadden onlangs een Coronoproof-evenement’je georganiseerd.

De negenjarige Venice mag plaatsnemen voor een foto op de motorkap van de panamagroene Trabi van haar ouders (moeder Britta Fischer: “Wij noemen de kleur schildpad … gatgroen”) met het DDR-kenteken. “Trabi’s zijn cool”, zegt ze, “omdat het zo lekker luid is.”

“Alles origineel”, toont haar vader Ronny op de ‘601’. “Het is een van de laatste met een motor van 26 pk uit maart 1990. Hij stond bij een gepensioneerde in Klein Rodensleben (Börde). We kwamen de auto daar toevallig tegen omdat mijn ouders daar een tuin hebben.”

Thomas Barthel uit Schönebeck, gefascineerd door de DDR, is een van degenen die zich nauwelijks een leven zonder Trabi kunnen voorstellen. Hij rijdt in een 601 Universal – korte stationwagen. Op de linkerruitstickers van de verschillende Trabi-bijeenkomsten en op de hoedenplank de grote DDR-wegenatlas, daarboven bungelt het wimpel ‘Motorvoertuig van uitstekende kwaliteit’, van de pre-militaire DDR-massaorganisatie Gesellschaft für Sport und Technik (GST).

“Tijdens het DDR-tijdperk reden we met de Trabant naar Hongarije en Tsjechië”, zegt hij. “Alleen met een overnachting in de Klappfix (vouwvouwwagen). Later, met mijn vriendin, tijdens een tussenstop in het hotel.”

Hij herinnert zich in het bijzonder een ervaring: “Tijdens een reis naar Freital had ik een motorstoring in de buurt van Leipzig. Een andere Trabi-chauffeur heeft me daar opgehaald en me naar een parkeerplaats bij een warenhuis gesleept. Na twee uur kwam hij terug met een vervangende motor. We hebben het ter plaatse geïnstalleerd.”

Marko Gurr is de baas van de ‘Trabantfreunde Schönebeck’, die sinds 1999 bestaat en waarin Trabi-enthousiastelingen uit Schönebeck en omgeving losjes samen zijn gekomen. “Rijden met een Trabi is een heel uniek gevoel”, zegt hij. “In geen enkel ander voertuig bestaat zoiets. In tegenstelling tot de auto’s van nu merk je nog steeds dat je aan het rijden bent en heb je niet het gevoel dat je in een vliegtuigcockpit zit. En ik hou van het schakelen van het stuur. Tochten in het Harzgebergte en vakanties op de Müritz, dat zijn de routes die hij graag rijdt met zijn tweetakt, zegt de 41-jarige uit Kleinmühlingen in het Salzland.”

Stefan Matschaß heeft zijn papyruswitte Trabant sinds 2014. Daarvoor had hij ook een Trabi, ‘maar het was te duur om die tijdens mijn studie te onderhouden.”

“De typische tweetaktgeur, het rijplezier, het pure rijgedrag, dat zijn de redenen waarom ik fan ben van Trabant ”, zegt de 43-jarige uit Biere. En hij herinnert zich de langste afstand die hij heeft afgelegd met zijn ‘plastic bommenwerper’. “Dat was naar Unna in Noordrijn-Westfalen, bijna 400 kilometer, waar ik bij de federale overheid zat. Hier wilde bijna al mijn collega’s achter het stuur kruipen.”

Mario Boy is trots op zijn Olympisch blauwe Wartburg 353 Tourist – gebouwd in 1977. Zijn voertuig is voorzien van het nummer H, wat het identificeert als een ‘cultureel bezit van motorvoertuigen.’ De tweede eigenaar van de Wartburg is op bijna alle Ifa- en oldtimerbijeenkomsten te vinden. Het maakt niet uit of het een Ostoldtimer-meeting is of bij Ommma, het Ostmobile-evenement in Magdeburg.

De 62-jarige Lutz Kirkam rijdt al sinds zijn 18e in een Trabant. “Als automonteur was het voor mij natuurlijk makkelijker om in de DDR aan reserveonderdelen te komen”, zegt hij over de situatie destijds. “In 1973 kocht ik de Trabant als ongevallenauto voor 5.000 mark en verving onder andere de beschadigde carrosserie. Vooral de vakantiereis naar Koserow op Usedom was een belevenis.”

De rode Wartburg-toerist van Wilfried Matschaß uit Hermsdorf (Bördekreis) vertelt een ander – typisch DDR-verhaal. “Het is een Genex-auto”, zegt de 64-jarige. En daarmee het feit dat Duitse (BRD) burgers goederen konden bestellen uit een catalogus met de titel ‘Cadeautjes in de DDR’ en ze in D-Mark konden betalen, die rechtstreeks naar hun familie en kennissen in de DDR werden gestuurd. “Alles is nog origineel”, zegt de tweede eigenaar, die de auto, gebouwd in 1980, kocht voor 23.000 DDR-mark.

Geef een reactie