De moordaanslag op Lenin betekent het begin van de Rode Terreur

Stel, je bent een revolutionaire partij (je noemt jezelf Socialistische Revolutionaire Partij) in Rusland met een eigen terroristische vleugel. Leden van die vleugel hebben in het Tsaristische tijdperk onder andere een grootvorst en een minister vermoord. De revolutie is uitgebroken en verschillende partijen strijden om de macht, jouw partij wint de verkiezingen, maar de bolsjewieken grijpen de macht en je wordt op een zijspoor gezet. De leider van de bolsjewieken is Vladimir Iljitsj Oeljanov (maar hij noemt zichzelf Vladimir Lenin) en die wil je uit de weg ruimen. Wie kies je? Een doorgewinterde scherpschutter of een vrouw die bijna blind is geworden nadat ze faalde bij een eerdere bomaanslag (de bom ging al af in haar kamer) en die daarna 11 jaar naar Siberië was verbannen om dwangarbeid te verrichten. Oh ja, ze is ook heel goed bevriend met Dmitri Iljitsj Oeljanov, het kleine broertje van Lenin. Volgens de bolsjewieken kozen ze voor de laatste optie en het was de aanleiding om orde op zaken te stellen in het land, met alle gevolgen van dien.

Hoe het ook gebeurd is, Fanny Kaplan (geboren als Feiga Chaimovna Roytblat) verkeerde zeker in revolutionaire kringen. Ze werd geboren in 1890 in Wolynië (huidig Oekraïne). Ze kreeg thuis les van haar vader die onderwijzer was. Toen ze 15 jaar oud was sloot ze zich aan bij een anarchistische groepering en stopte met school. De anarchisten gaven haar de schuilnaam Fanny Kaplan. Een jaar later kreeg ze de opdracht om de gouverneur van Kiev te doden. Ze was bezig een bom te maken, maar die ontplofte in haar kamer waardoor ze bijna blind werd. Ze werd gearresteerd en omdat ze nog zo jong was werd ze niet ter dood veroordeeld, maar tot levenslange dwangarbeid in Siberië. Daar kreeg ze geen medische behandeling waardoor ze vrijwel blind werd en gedurende 11 jaar kreeg ze met grote regelmaat stokslagen. Na de Februarirevolutie in 1917 werd ze vrijgelaten en naar de Krim gestuurd om te herstellen (daar leerde ze de broer van Lenin kennen). In november kreeg ze een oogoperatie in Charkov waardoor haar zicht een beetje herstelde, maar ze bleef extreem slechtziend.

In het voorjaar van 1918 reisde Kaplan naar Moskou en sloot zich aan bij de groep van Semenov. De leden van die groep waren tegen de bolsjewieken en probeerden onder andere Lenin en Trotski te doden. Semenov heeft gezegd dat Kaplan de aanslag heeft gepleegd, Kaplan heeft gezegd dat ze de aanslag heeft gepleegd. Maar omdat ze weigerde verdere informatie of namen te geven is ze op 3 september geëxecuteerd. Ooggetuigen hebben inderdaad verklaard dat een vrouw heeft geschoten. Maar er is geen bewijs dat Kaplan ooit schietles heeft gehad (in tegenstelling tot andere leden), geen van de getuigen gaf aan dat de vrouw die schoot een bril droeg en op het moment van de schietpartij (rond 0 uur ‘s avonds) werd het al donker en als je bijna blind bent wordt het dan wel heel moeilijk om te mikken. En toch werd Lenin in zijn schouder en kaak geraakt.

Toch werd ze gearresteerd door de geheime dienst van de bolsjewieken, de Tsjeka. En ze bekende, ze verklaarde: “Mijn naam is Fanny Kaplan. Vandaag schoot ik op Lenin. Ik deed het alleen. Ik zeg niet van wie ik mijn revolver kreeg. Ik geef geen details. Ik had al lang besloten om Lenin te doden. Ik beschouw hem als verrader van de revolutie. Ik was verbannen naar Akatoi voor deelname aan een moordaanslag op een tsaristische ambtenaar in Kiev. Ik heb elf jaar dwangarbeid verricht. Na de revolutie werd ik bevrijd. Ik was voor de Russische Grondwetgevende Vergadering en ben er nog altijd voor.” Waarom ze dat heeft verklaard zullen we nooit zeker weten. Sommige historici denken dat ze de bekentenis nooit heeft gedaan, andere denken dat ze de dader kende en wilde beschermen.

Lenin was ernstig gewond en herstelde nooit helemaal, veel historici gaan ervan uit dat de verwondingen bij hebben gedragen aan zijn dood in 1924. Maar dat hij de aanslag overleefde werd flink uitgebuit om de ‘mythe’ Lenin te creëren. En de dood van andere bolsjewistische kopstukken (Moisei Uritsky en V. Volodarsky) werd ook gebruikt. Stalin schreef dat dit kwaad alleen door geweld onschadelijk gemaakt kan worden. Trotski was het daar mee eens (hij had ook al een aanslag overleefd), maar het was Lenin die met volle overtuiging het besluit nam. Een paar uur na de aanslag werd de ‘Rode Terreur’ aangekondigd en in september begon Tsjeka met de uitvoering. Binnen een paar maanden werden 800 ‘vijanden’ gearresteerd en zonder proces geëxecuteerd. Maar al snel werden het waarschijnlijk duizenden executies per maand.

Tsjeka kon zo snel beginnen omdat ze deze actie al veel langer voorbereidde. Tsjeka betekent spion, maar is ook de uitspraak van de letters ЧК, een afkorting voor чрезвычайная комиссия по борьбе с контрреволюцией, спекуляцией и саботажем (buitengewone commissie ter bestrijding van contrarevolutie, speculatie en sabotage). De organisatie werd per decreet door Lenin opgericht op 20 december 1917 en vanaf juni werden de eerste planningen gemaakt voor de campagne. Niet alleen de oude elite was verdacht, ook socialisten, mensjewieken en contrarevolutionairen waren doelwit. Er verdacht uitzien, aangegeven worden door iemand die gewoon een hekel aan je had, op het verkeerde moment op de verkeerde plaats zijn: het was reden genoeg om gearresteerd, gemarteld en/of geëxecuteerd te worden. Als je jezelf burger noemde was het in principe al bewijs genoeg dat je vijand was van het bolsjewisme. Schattingen van het aantal doden variëren van 50.000 tot 500.000 in de periode 1918-1922, maar daarnaast werden ook talloze mensen verbannen of naar strafkampen gestuurd.

Op 8 februari 1922 werd Tsjeka opgeheven en op bevel van Lenin werden alle archieven vernietigd. Om een idee te geven van de schaal: er werkten op dat moment bijna 300.000 mensen voor de organisatie en in alle delen van de Sovjet-Unie waren er afdelingen. Doordat de archieven zijn vernietigd is het onmogelijk om de waarheid ooit echt boven tafel te krijgen. Onderzoekers zoeken voornamelijk naar onregelmatigheden in staatspublicaties. Want hoewel de daadwerkelijke cijfers geheim werden gehouden, was de Rode Terreur an sich absoluut geen geheim. Lenin wilde dat zijn vijanden wisten dat er een zwaard boven hun hoofd hing, daarom kan het ook zijn dat het totale aantal executies niet onder het tapijt werd geschoven, maar juist werd aangedikt. Wat dat betreft zijn er wel parallellen te trekken tussen de Rode Terreur van Lenin en de huidige terreur van IS: zij hebben van hun terreur een marketinginstrument gemaakt om hun eigen macht te vestigen en de tegenstanders te ontmoedigen. Geen fijn vooruitzicht.

Geef een reactie