De Ferrari van het Oosten: Melkus RS 1000
Heinz Melkus, geboren in Dresden, droomde vaak over autoraces en dan het winnen hiervan. Maar doordat hij in de DDR woonde waar enkel auto’s door Sachsenring (Trabant) en Wartburg gemaakt werden, bleef het bij dromen. Toch gaf Melkus niet op en bespeelde de hoge functionarissen van de SED. Hij vertelde hen dat racen een “maatschappelijk belangrijke en nuttige activiteit was” en wist hen hiermee te overtuigen,.
Na zorgvuldige planning en veel testen, besloot hij dat het tijd was om zich bij de grote jongenswereld aan te sluiten en ontwikkelde hij wat de eerste Formule Junior-raceauto van Oost-Duitsland zou worden. Hij had een tweetaktmotor, een oorverdovende uitlaat en wist zich op enkele internationale evenementen bij elkaar te houden.
Helaas voor Heinz Melkus werd de poort naar het Westen in 1961 gesloten met het verschijnen van de Berlijnse Muur. Hij mocht alleen andere landen uit het Sovjetblok bezoeken. Hij slaagde erin om deel te nemen aan enkele races in voormalig Joegoslavië, waar hij de Lotus Elan zag. Omdat hij niets anders had om op voort te bouwen, koos Melkus de Wartburg 353 als zijn basis, maar gaf het al snel op. In die tijd begonnen Ford GT40’s en Porsche 904’s op te duiken, dus hij was van plan om nog een andere, stijlvollere auto te maken.
Samen met zijn zonen en met hulp van Stefan Scheitler bouwde Melkus wat de Melkus RS 1000 zou worden – een statement van moed en passie. Het ontwerpwerk was in het begin slordig, maar na wat testen die zo in het geheim mogelijk waren gedaan, besloten Heinz Melkus en zijn team om vleugeldeuren met dakscharnier op het model te installeren. De maximale hoogte van de auto was slechts ongeveer een meter, dus deze deuren waren het meest logisch voor parkeren en toegang tot garages. Dit werd ook bevestigd door de eigenaar van de laatst geproduceerde auto, toen hij ermee reed voor een tv-interview.
De Duitser kwam op het punt dat hij vertrouwen had in massaproductie, dus vroeg hij om goedkeuring van de staat, maar officiële inspecteurs eisten veranderingen. Het team leverde alles wat ze vroegen en de productie begon in 1970 in wat tegenwoordig Chemnitz heet. De auto werd uiteindelijk vier keer duurder dan de gemiddelde Trabant en eigenaren werden gedwongen zich te registreren bij een organisatie die hen opdroeg minstens twee keer per jaar te racen. Toch vonden de mensen het leuk.
Ook al leek het alsof het rechtstreeks uit de handen van Italianen kwam, de auto had een ruwe vering, er was geen geluiddempend geluid, het was moeilijk te controleren bij onvriendelijk weer en reserveonderdelen waren moeilijk te vinden. Het woog iets meer dan 680 kg. Op zijn eigen manier had het karakter.
De auto had de looks, maar miste elke vorm van prestatie of luxe. Het was een knappe machine met tweetaktmotor die veel communistische Wartburg-onderdelen onder zijn huid had. Desalniettemin waren sommige modellen in staat om snelheden tot 210 km/u te halen. Eigenaren namen hun auto’s mee en verwisselden de motor in het geheim voor krachtigere. Zelfs de oprichter probeerde op een gegeven moment twee Wartburg-motoren aan elkaar te koppelen! Het team overwoog zelfs om een Tatra V8 te gebruiken voor een high-performance Melkus RS 1000.
Helaas voor de klanten is er nooit een servicenetwerk opgezet. Dit betekende dat ze hun auto’s zelf moesten repareren of naar Chemnitz moesten sturen. Na de verkoop van het hoofdkantoor van Melkus bleef een nieuwe BMW-dealer onderhoud uitvoeren aan een aantal auto’s. Helaas is die dealer er vandaag de dag ook niet meer.
Het kostte Heinz Melkus negen hele jaren om 101 auto’s te bouwen. Maar hij en zijn team deden hun best.
Er waren pogingen om zijn nalatenschap levend te houden, maar Heinz leefde niet om ze te zien. Helaas, na de op Lotus Elise gebaseerde Melkus RS2000slaagden er niet in veel aandacht te trekken, nieuwe investeringen stopten en het faillissement nam het over. Het bedrijf probeerde zijn opgewaardeerde en bijgewerkte auto populair te maken, maar de GT-, GTS- en Black Edition-iteraties van de RS2000 waren geen uitbreidingskatalysatoren. In 2012 stopte het met werken.
Nu zal de Melkus RS 1000 – de wannabe Ferrari van het Oosten – voortleven als een bewijs van moed en koppigheid. Het is het bewijs dat wanneer je iets voor jezelf en je collega’s wilt doen, met voldoende vastberadenheid en een goed team, je een weg zult vinden.