Interflug – de iets andere Duitse luchtvaartmaatschappij
Goedkope vluchtpionier, valutabesteder en de Stasi aan boord – er zijn veel interessante anekdotes te vertellen over Interflug. Een stewardess volgt de geschiedenis van de DDR-luchtvaartmaatschappij, waarvan de activiteiten 30 jaar geleden werden stopgezet.

Wat betreft een tegenstrijdigheid: aan de ene kant een staat die zijn inwoners gevangen zet, namelijk de DDR, die aan de andere kant een intercontinentale luchtvaartmaatschappij exploiteert. Met langeafstandsvluchten naar Dubai, Havana of Bangkok probeerde Interflug de DDR-leiding te voorzien van het gewenste ‘wereldniveau’ en vooral westerse munt.
Omdat in de vliegtuigen overzee en West-Europa hooguit een paar bevoorrechte DDR-burgers zaten, waren de massa passagiers naar de ‘niet-socialistische economische ruimte’ West-Duitsers en West-Berlijners, die tegen toen spotgoedkope prijzen hadden gekocht, maar voor D-Mark, Interflug-tickets van Oost-Berlijn naar Istanbul,Larnaca, Amsterdam of Damascus.
In de jaren 1980 was de DDR-lijn de eerste pionier van de low-cost luchtvaartmaatschappij die de westerse concurrentie ondermijnde en zelfs westpassagiers van West-Berlijn naar de centrale luchthaven van de DDR Berlijn-Schönefeld bracht met hun eigen shuttlebussen.

Het was ook merkwaardig dat de voorganger van Interflug Deutsche Lufthansa was – tussen 1955 en 1958 liet de DDR haar nieuw opgerichte luchtvaartmaatschappij onder deze naam opstijgen, hoewel er al een Duitse Lufthansa in de Bondsrepubliek was. De West-Duitsers hadden echter de betere merkkaarten om de vooroorlogse kraanlijn onder deze naam voort te zetten.
De DDR veranderde vervolgens tot 1963 haar hele luchtvaartsysteem in de naam Interflug. En echt alles – van spuitvliegtuigen voor ongediertebestrijding tot de exploitatie van burgerluchthavens, alles heette vanaf dat moment Interflug, en commerciële luchtvaart sowieso.

Deze en andere details worden door de West-Duitser Sebastian Schmitz, zelf stewardess in zijn hoofdvak, op een aangenaam niet-ideologische manier beschreven in zijn nieuwe, vermakelijke boek ‘Interflug – Die Fluglinie der DDR‘ (Motorbuch Verlag, 192 pagina’s, 24,90 euro). Het boek is veel meer dan een prentenboek voor luchtvaartliefhebbers – door de vele historische verwijzingen biedt het ook een spannende rondvlucht door de recente Duitse geschiedenis.
Het boek is vooral sterk waar het dicht bij de mensen staat. “Natuurlijk waren we bevoorrecht”, zegt een voormalige stewardess van Interflug. “We hadden toegang tot zoveel dingen die ‘normale’ mensen in de DDR nooit konden krijgen. En het voorrecht om naar het buitenland te reizen!”
Voor overnachtingen in niet-socialistische landen namen de bemanningen zelfs voedsel van huis mee – alleen maar om de in harde Westerse valuta betaalde uitgaven mee naar huis te kunnen nemen.

Partijlidmaatschap was geen vereiste voor het vliegende personeel. Het feit dat de Stasi vliegdekschepen in de cabine en cockpit had, zorgde al voor loyaliteit aan de lijn.
De Stasi exploiteerde zelfs een eigen vliegtuig, gecamoufleerd in Interflug-kleuren. Het boek laat deze sombere kant niet weg, net zo min als de anekdote dat Erich Honecker graag de piloten in pyjama bezocht op vluchten naar staatsbezoeken.

Ruim 30 jaar geleden was het voorbij – in april 1991 landde de laatste Tupolev van Interflug uit Wenen op zijn thuisluchthaven Berlijn-Schönefeld, waarna de Treuhand de Oost-Duitse luchtvaartmaatschappij afhandelde.