Een Trabant anno 2021

Het is decennia geleden dat het laatste exemplaar uit de fabriek rolde, maar ze zijn nog steeds aanwezig op de Duitse wegen. We hebben het natuurlijk over dat Oost-Duitse icoon, de Trabant. Matthias Bähr uit Dresden is gespecialiseerd in een bijzondere ombouw van deze auto.

Bähr zelf ondernam in 2015 de reis van zijn leven met zijn Trabi uit 1964, en nam deel aan de eTour Europe. Volgens de organisatoren is deze tour de langste en meest uitdagende rally voor elektrische voertuigen, periode. De twaalf teams uit Spanje, Nederland, Oostenrijk, Tsjechië en Duitsland legden 4.500 kilometer af in tien dagen. De grootste hindernis kwam tijdens een Alpenetappe, op de afdaling vanaf Grossglockner. “De trommelremmen deden de plastic naafdoppen smelten”, herinnert Bähr zich grinnikend. Schijfremmen vervingen de trommelremmen voor de rest van de tour.

De kostbare Trabi meenemen naar de werkplaats van Bähr in Dresden voor een opknapbeurt kost 18.000 euro. Maar het is ook mogelijk om ‘het zelf te doen’; Als alternatief kan Bähr de montageset en volledige instructies leveren voor 11.000 euro. “Natuurlijk bieden we ons advies en ondersteuning vanaf het begin. Elke auto is een uniek exemplaar en heeft een individuele evaluatie nodig. Er is geen laswerk voor de klant en alle componenten worden geleverd”, legt Bähr uit. Het controlesysteem is al opgezet, benadrukt hij. De installatiehandleiding helpt bij de transformatie.

“Maar eerst moet alles in de motorruimte weg. Dan kan de nieuwe apparatuur in gebruik worden genomen”, legt Bähr de eerste fasen van de refit uit. Onder de motorkap van de Trabi gaan een elektromotor, besturingssysteem, DC-AC-transformator, verlichtingssysteem, elektrische verwarming, gaspedaal, een lithium-ijzerfosfaatbatterij en het batterijbeheersysteem.

Volgens Bähr is de motorkap van fenolhars nu voorzien van een moderne driefasige asynchrone motor. Met een topvermogen van 38 pk en een koppel van 148 Nm accelereert de Trabant tot 100 km/u en daarmee rond dezelfde topsnelheid als het origineel. Na ongeveer 100 kilometer moet de milieuvriendelijke Trabi worden opgeladen.

Alle voertuigen die Bähr in zijn werkplaats ombouwt naar elektrisch, worden vervolgens beoordeeld in de vestiging van DEKRA in Dresden. “De algemene keuring is in principe voor elk voertuig hetzelfde”, legt Andreas Richter van het DEKRA Competence Center E-Mobility uit. In eerste instantie worden alle mechanische componenten getest. Bij elektrische voertuigen worden ook alle elektrische componenten getest. “Aangezien de Trabant in zijn jaren geavanceerd is, is er geen interface voor het HU-adapterdiagnosesysteem”, legt Peter Galow, hoofd van de DEKRA Dresden Technical Test Facility, uit.

Componenten worden visueel geïnspecteerd en getest. Kabelbomen, stekkerverbindingen en isolatie worden allemaal zorgvuldig onderzocht door de testingenieur. Bij nieuwere elektrische voertuigen wordt speciale aandacht besteed aan de hoogspanningstechniek. “Voor de Trabi zijn de eisen veel lager”, legt Galow uit. De invertergestuurde draaistroommotor van de Trabi levert 13 kW. Ter vergelijking: de Tesla S, die het bedrijf van Bähr aanbiedt als huurauto, levert 244 kW.

Voordat Bähr begon met het ombouwen van de ‘Plastic bomber’ (plastic bommenwerper), zoals Trabants gekscherend wordt genoemd, lanceerde hij zijn eigen elektrische voertuig. In 2009 onthulden hij en zijn team de elektrisch aangedreven Citysax, een omgebouwde Chevrolet Matiz. In 2011 waren er 23 units uit de werkplaats gerold. “Nadat we de eerste auto hadden omgebouwd, stonden er twee bezoeken op onze lijst. We gingen naar een organisatie om registratie te verkrijgen, en naar testorganisatie DEKRA ”, legt Bähr uit. Het voertuig moest worden gekeurd. DEKRA was vanaf dag één onze partner, benadrukt Bähr. Elke stap werd ondersteund en beoordeeld door de testorganisatie. “Toen een testingenieur zag dat de batterij te dicht bij het spatbord zat, moesten we deze opnieuw opbouwen”, zegt hij. Anders zou de kreukelzone te klein zijn geweest. Uiteindelijk voldeed de auto aan alle voorschriften en eisen, en mocht de weg op. Maar Bähr stopte met de productie van de Citysax – de concurrentie was te hevig. De grote autofabrikanten richtten uiteindelijk hun aandacht op de elektrische markt en in 2011 rolde de laatste Citysax de werkplaats uit. Vanaf dat moment heeft Bähr zich gespecialiseerd in conversies.

Bähr is ervan overtuigd dat elektrische mobiliteit zal zegevieren. Maar het kan sneller gebeuren, klaagt hij. Hij heeft succes gehad met zijn bekeringen, en de vraag is er. Het recente 60 – jarig jubileum van de ‘Stinker’ – een andere bijnaam van de Trabant – is zeker een andere factor in zijn succes.

Foto’s: Matthias Bähr

Geef een reactie