Racekarton opnieuw onder de aandacht

De autogeschiedenis zit vol met gekke studies, die aanvankelijk enthousiast waren en daarna verdwenen. Zoals de elektrische Trabant nT, die bedoeld was als nieuwe editie van een (Oost-)Duits icoon.

‘Opgestaan ​​uit ruïnes en klaar gestoomd voor de toekomst’: Het begin van het voormalige volkslied van de DDR zou een passende beschrijving van het Trabant nT-project zijn geweest. De DDR is allang verdwenen en de beroemdste DDR-auto, de Trabant, is al bijna twee decennia lang niet geproduceerd, toen een sensationele comeback leek te plaatsvinden op de IAA in Frankfurt am Main in het najaar van 2009. In hal 8 was er een nieuwe editie van een auto die wereldberoemd was geworden door tweetakt gekraak en uitlaatpluimen. In dit geval was het echter een elektrische auto, ontworpen voor stadsverkeer en ontworpen in de stijl van de plastic klassieker: de Trabant nT. De belangstelling voor de nieuwe Trabi was overweldigend.

Het had te maken met de geschiedenis van de auto. Vanaf 1957 werden in de Sachsenringwerke in Zwickau meer dan drie miljoen Trabant-types geproduceerd. De bekendste was de Trabant P 601, die in 1964 werd gebouwd, met de karakteristieke carrosserie van harspoeder en katoen, die de auto bijnamen als ‘racekarton’ of ‘plastic bommenwerper’ opleverde. Het laatste model rolde in 1991 van de lopende band. Maar zelfs daarna bleef de Trabi een bestseller – op schaal 1:87. De miniatuur was een van de bestsellers van de Midden-Frankische modelautofabrikant Herpa in de periode na de hereniging. Wat Herpa-marketingdirecteur Klaus Schindler aanmoedigde om het merk Trabant nieuw leven in te blazen – zelfs in een groter formaat.

De eerste stap was een ‘nieuwe Trabi’ op schaal 1:10, die Herpa in 2007 tentoonstelde op de IAA. Aan 12.000 beursbezoekers werd gevraagd of ze zich een Trabi-comeback in deze vorm konden voorstellen. Meer dan 93 procent antwoordde voor, wat Schindler’s plannen stimuleerde: Herpa behaalde de licentie voor de naamgevingsrechten voor de Trabant. Dit werd op zijn beurt duidelijk voor Nils Poschwatta, een ontwerper bij Volkswagen. Voor de fabrikant in Wolfsburg had hij onder meer gewerkt aan het retro-model New Beetle, dus hij had ervaring met het moderniseren van autoklassiekers. Zijn idee voor een nieuwe Trabi: karakterbepalende elementen moeten behouden blijven, maar de technologie van de auto moet op een eigentijdse en baanbrekende manier verder worden ontwikkeld.

Het resultaat van dit ontwikkelingswerk werd onthuld op de IAA 2009: de Trabant nT. Binnen zes maanden had de Saksische carrosseriebouwer het prototype op de wielen gemaakt van Poschwatta’s ontwerpen. Het resultaat was een kleine auto die er enorm uitzag in vergelijking met het origineel: 3,95 meter lang, bijna 40 centimeter meer dan de 601; 1,69 meter breed en dus 20 centimeter breder. Het interieur oogde ruimtelijk, ook omdat de makers geen franjes hadden. Rechts van het stuur, waar de originele asbak en radio zaten, waren er in de nT alleen usb- en 12 volt-aansluitingen voor draagbare navigatiesystemen en mp3-spelers.

De ronde koplampen en de aangegeven staartvinnen deden duidelijk denken aan de echte Trabi. Maar de nieuwe verraste met een elektrische aandrijving. Dat was een ‘staatsgreep’; BMW presenteerde pas twee jaar later de studie van de elektrische auto i3 . De Trabant nT was bedoeld om ‘de trend naar vereenvoudiging en ecologische verantwoordelijkheid te onderstrepen’ en werd ontworpen als een puur stads- en korteafstandsvoertuig. Merkbekendheid, sympathie en aandacht waren de reclame-kreten.

“De Trabant stond van oudsher bekend als een stinker. Het was daarom voor ons allemaal duidelijk dat de nieuwe Trabi elektrisch moest zijn om de comeback te laten slagen”, zegt Ronald Gerschewski, toen maar ook nog vandaag de dag directeur bij Indikar. De ontwikkelaars hadden een topsnelheid van 130 km/u ingesteld. De elektronische opvolger overtrof de tweetaktvoorouder – die slechts 100 km/u haalde. Volgens de fabrikant maakte de lithium-ionbatterij een actieradius van ongeveer 160 kilometer mogelijk en ontwikkelde de elektrische machine zich tot 47 kW, dus ongeveer 63 pk. Een bijzonderheid van het hemelsblauwe prototype waren de zonnepanelen op het dak, die elektriciteit moesten leveren voor airconditioning aan de binnenkant.

Heel wat mensen waren destijds overtuigd: Deze Trabi 2.0 heeft het potentieel om een èchte hit te worden. Destijds was Gharewski, hoofd van de firma Tatshar, ervan overtuigd dat de auto binnen een paar jaar in massa kon worden geproduceerd en op straat kon worden gebracht. Een hoop waarvoor nog een financieel sterke partner moest worden gevonden. “Destijds waren er meer dan honderd geïnteresseerden”, herinnert Gerschewksi zich. Toch is er nooit een veelbelovend contract geweest. De timing was waarschijnlijk te vroegen een aantal bedrijven en investeerders worstelde nog steeds met de nasleep van de financiële crisis van 2008.

De Trabant nT bleef uniek. Het mooie prototype is nog steeds van Indicar. De auto maakt momenteel deel uit van de staatstentoonstelling ‘500 jaar industriële cultuur in Saksen’ in het August Horch Museum in Zwickau. Overigens is de nieuwe Trabi ook te koop – maar alleen in schaal 1:43, als modelauto van Herpa. Maar dat mag niet zo blijven: de in 2009 verleende licentie voor het gebruik van Trabant-merkrechten is vorig jaar pas verlengd.

Geef een reactie