Hoe Lothar Schulz de psychologische marteling in de Berlijnse Stasi-gevangenis overleefde

Lothar Schulz (70) is één van de ongeveer 200.000 mensen die in het DDR-tijdperk in politieke hechtenis zaten. Zijn ‘misdaad’: hij hield een kritische poster omhoog op de Alexanderplatz. Zijn straf: 22 maanden in de Stasi-gevangenis. Vandaag de dag vertelt hij bij in de voormalige gevangenis over psychologische terreur die hem niet kon breken.

De nu zeventigjarige Lothar Schulz is een hetero man, slim en nieuwsgierig. In de jaren zeventig was hij ingenieur bij de nucleaire reactor van Lubmin / Greifswald. Zijn expertise leidde hem ook naar de Vogezen en Groot-Brittannië na de val van de Berlijnse muur. Zijn opgewekte en directe houding laat niet merken dat zijn leven in de toenmalige DDR niet zo florissant was.

Vandaag de dag woont Schulz in Spandau. De weg naar vrijheid leidde hem naar de afgrond die het DDR-socialisme te bieden had aan dissidenten. Een ander probleem kan zijn geweest dat Lothar Schulz een slimme man en was en altijd het gevoel gehad heeft dat hij zich niet goed voelde, wat hij als volgt omschrijft: “Ze wilden dat ik een meter sprong, dat was genoeg, maar ik wilde 1,50 meter maken.”

Hij was een hooggekwalificeerde ingenieur, opgeleid aan de TU Dresden. Toen er in de Greifswald-reactor problemen waren, werkte hij vier weken lang elke nacht twaalf uur met een dosismeter op zijn beschermende pak die voortdurend de radioactiviteit weergaf. Schulz kon rechtstreeks communiceren met zijn Russische technische collega’s en had geen tolk nodig zoals zijn bazen. Die vonden dat meestal niet best.

Toch was Schulz een talent. “Ze wilden met naar het Sacharov-instituut in Moskou sturen om te promoveren”, vertelt Schulz. “Ik was opgewonden omdat niet iedereen daar kwam.”

Maar dan wordt hem de vraag gesteld die hij niet met ‘ja’ wil beantwoorden: “Zeg, Schulz, heb je ooit overwogen lid te worden van de SED?” Zijn ‘nee’ werd gevolgd door weken en maanden waarin hij niets meer hoorde van het plan om naar Moskou te gaan. “Ze speelden met me, lieten me wel leren maar verder gebeurde er niets”, aldus Schulz. Zijn carrière eindigde.

Schulz keerde uiteindelijk gedesillusioneerd terug naar de reactor.

Begin 1977 trouwde hij met zijn grote liefde, een arts in Greifswald, een Bulgaarse die aan het Medizininstitut Leningrad had gestudeerd. De vrouw realiseerde al snel hoe men omging met de Duits-Sovjet-vriendschap. “Collega-artsen hebben mijn vrouw gepest, ze kon haar studies bij de Russen vergeten met als reden dat ze geen verstand van medicijnen had, zo werd gezegd. Er volgden aanhoudende beschuldigingen waar niets meer aan te doen was”, zo herinnert hij zich.

Lothar Schulz en zijn vrouw missen het perspectief van een vrij leven waarin je iets alleen kunt bereiken. Op 31 januari 1978 vroeg hij de autoriteiten om het land te verlaten, dat een maand later werd afgewezen. Tussendoor kwam de opdracht om zijn arbeidsovereenkomst te beëindigen.

Zijn tweede exit-aanvraag volgt op 9 maart. “Ik geloofde niet dat het zou werken”, zei de 70-jarige vandaag. Hij stelde een plan op om de DDR te dwingen hem te laten gaan. Op 2 april 1978 nam hij de trein naar Berlijn naar de Alexanderplatz.

Verborgen in een tas draagt hij een spandoek die hij met één hand bliksemsnel zou moeten ontvouwen. Schulz is een ingenieur, hij heeft er zes weken aan gewerkt. “Toen ik daar bij de Alexanderplatz aankwam, was ik bang. Het is alsof je in de afgrond springt.”

Maar Schulz zet door en opent de poster: “Onder toezicht van de partij. Die valt mijn vrouw, een Bulgaarse arts in Greifswald lastig, omdat zij bij de ‘Russen’ heeft geleerd “. De inhoud wordt niet automatisch begrepen, maar wat voorbijgangers begrijpen is dat hier iets buitengewoons gebeurde. “Niet veel mensen durfden dat te doen”, zegt Lothar Schulz.

Hij kan zo ongeveer vijf minuten blijven staan. Hij herinnert zich nog dat iemand schreeuwde: “Eindelijk doet iemand iets!” Dan komt er een Stasi-agent naar hem toe.

De opstandige man wordt weggeleid: ‘Eerst naar het politiebureau op het station, vervolgens naar het ziekenhuis om bloed af te nemen. Hij was nuchter en kon ondervraagd worden. Schulz meent dat hij naar het bureau in de Keibelstrasse is gebracht maar dat hebben ze hem niet verteld. Hij wordt tot ongeveer 23.00 uur verhoord, waarna de officieren wisselen. De anderen nemen een pauze, de uitgeputte Schulz mag niet slapen.

Het verhoor duurt 40 uur aan één stuk. Midden in de nacht kwamen twee mannen de kamer binnen: “Grote jongens die heel dicht bij me kwamen zitten, telkens weer. Het was erg confronterend want telkens denk je dat je een klap krijgt”, aldus Schulz.

Het zijn methoden uit het folterrepertoire van een totalitaire staat. Lothar Schulz zal vandaag hier meer over vertellen in een bijeenkomst over de foltering, in een lezing onder de titel ‘Wanneer straf marteling wordt’, waarbij het verbod op foltering en de schending van dit mensenrecht in de DDR uitgebreid aan bod zal komen.

Op de conferentie over veiligheid en samenwerking in Europa in Helsinki in 1975 hadden alle ondertekenende staten, inclusief de DDR, zich ertoe verbonden de naleving van de mensenrechten in hun landen te waarborgen. Er werd ook een beroep gedaan op het VN-handvest voor de mensenrechten van 1948. Uit de DDR-praktijk bleek dat papier geduldig is.

Schulz heeft het nageteld. De ondervragers hielden hem 40 of 41 uur na de arrestatie wakker, zelfs tijdens het rijden naar de Stasi-gevangenis in Rostock, waar hij vanaf dat moment verbleef: “Ze wilden me afmaken, maar ik was sterk in mijn hoofd , altijd. Mijn project heette ‘vrijheid’ en ik wilde er veilig komen. Fysiek en mentaal.”

De DDR wil Schulz niet aan het Westen verkopen. Dat wordt hem door een majoor schriftelijk bevestigd, na zijn vrijlating. De DDR verleende hem in 1979 amnestie, ter gelegenheid van de 30ste verjaardag va de Republiek. “Ze lieten me vrij, maar ik moest in de DDR blijven. Ik was 29 en mijn leven was vernietigd”, zegt de man.

Uiteindelijk slaagt zijn vrouw erin om via haar vaderland Bulgarije naar de Bondsrepubliek te vluchten. De Stasi luisterden vervolgens een gesprek af tussen de echtgenoten waarin Lothar Schulz hernieuwd weerstand aankondigde. Een Stasi-man genaamd Neumann noteerde destijds in zijn dossier: “De man moet ‘ausgebürgert’ worden want wij hebben hem niet onder controle.”

Als Schulz in het voorjaar van 1981 met zijn fiets bij de kerk rijdt, dwingt de Stasi hem te stoppe. “Zorg dat je morgen om 9.00 uur bij ons komt om een hele hoop formulieren in te vullen”, zeggen ze tegen hem.
Op 19 mei 1981 passeerde Lothar Schulz het bord ‘Laatste uitgang voor DDR-burgers’ in zijn Dacia bij de grensovergang Marienborn/Helmstedt. Hij is vrij: “Dit is de gelukkigste dag van mijn leven”, vertelt hij.

Het land dat hij in 1981 verliet, gaf hem nog wat mee: Hij kreeg tot 1999 een inreisverbod. “Deze bekrompenheid heeft me tot op de dag van vandaag verbluft. Maar ondanks alles voel ik geen haat. Het zou een mens vernietigen.”

Wanneer straf marteling wordt – Fysieke en psychologische marteling in de DDR en heden: paneldiscussie door Gedenkstätte Berlijn-Hohenschönhausen en de Federale Stichting om de SED-dictatuur te verwerken, 13 februari, 18.00 – 19.30 uur, Kronenstr. 5, 10117 Berlijn, gratis toegang.

Geef een reactie