Checkpoint Corona bij de Belgische grens zorgt voor onduidelijkheid maar vooral onbegrip
Wie wandelend vanuit het Limburgse grensdorpje Haler denkt België in te komen, stuit al snel op een onbuigzame grensbewaker. Naast de reguliere grensovergangen waar met enige regelmaat politieambtenaren bezoekers controleren en zo nodig terugsturen, hebben de Belgen aan de grens een betonblok neergezet: Je bent dus gewaarschuwd! Als je op die plek staat en je hoort de wind ruisen, gaat er toch een milde dreiging uit: als iemand over het betonblok klautert, springt er dan een agent tevoorschijn die papieren eist? Je zou je haast dertig jaar terug in de tijd wanen naar de DDR door niet ‘Checkpoint Charlie’ over te moeten maar ‘Checkpoint Corona’ te moeten trotseren. Ietwat overdreven wellicht maar het idee speelt bij de auteur van deze website toch even door het hoofd.
Als je je bedenkt dat het politiek ook niet zo duidelijk is rondom de grens bij onze Zuiderburen, zal het eens zijn dat de vergelijking niet uit de lucht gegrepen is. De Federale Regering van België sloot medio maart de grenzen om het coronavirus vanuit het buitenland geen kans te geven. In principe een tijdelijke maatregel, om de nationale volksgezondheid te beschermen. Maar er werden op een korte tijd al vele communicatiestoringen veroorzaakt over het thema ‘grens’.
Een verdeeld Europa, dat is de vergelijkende factor met de periode waarin dit continent voor 1989 verkeerde. De volksgezondheid is natuurlijk belangrijk, en de tijd zal uitwijzen welk land het bij het rechte eind heeft gehad, maar al die boetes en regels die men in België rondom de grens stelt zijn toch ietwat overdreven. Uitgaand van de intelligentie en het gezond verstand van inwoners zou men bij al die commotie denken dat men in Brussel geen hoge pet of heeft van de eigen bevolking.
Ook in België kondigde de premier, Sophie Wilmès, op 8 mei aan dat er versoepelingen kwamen en dat er bezoeken mogelijk waren vanuit één gezin met vier andere personen, mèt inachtneming van afstand, hygiëne èn gezond verstand. Maar hoe rijm je dat gezonde verstand als een regering het normaal vindt dat je bijvoorbeeld vanuit Kinrooi andere mensen aan de Belgische Kust, ruim 200 kilometer verderop, wel mag bezoeken en in Stramproy bijvoorbeeld niet, zo’n drie kilometer verderop. Waarnemend gouverneur Michel Carlier van Belgisch-Limburg vatte de versoepeling van de federale regering op 8 mei dan ook op dat bezoek van ‘over de grens’ wel mocht. Die vreugde duurde bij de inwoners van de grensstreek maar kort, want binnen tien uur werd de gouverneur teruggefloten door de minister van Binnenlandse Zaken, Pieter De Crem.
Dit terugfluiten zorgde voor veel frustraties. Diverse burgemeesters in Belgisch-Limburg kregen veel vragen rondom het beleid aan de grens. Eén van de personen die openlijk de frustratie over het landelijk Belgische beleid kenbaar maakte was Johan Tollenaere, burgemeester van de Stad Maaseik. Op Moederdag ging hij samen met zijn collega-burgemeester Jos Hessels van Echt-Susteren op de grens staan om gezamenlijk aandacht te vragen voor de problematiek die vanwege het Belgische federale besluit in beide regio’s speelden. “Moederdag kan in deze moeilijke tijden een goede reden zijn om na vaak veel weken weer een (verantwoord) bezoek te brengen. Laten we dit dan ook grensoverschrijdend mogelijk maken!”, zo luidde het statement van beide burgemeesters op 10 mei 2020. Ongeschreven werd bekend dat de grens niet voor 8 juni zou gaan openen.
De frustratie rondom de Belgische grens werd verder vergroot omdat grensarbeiders de grens mochten oversteken vanwege hun werk, maar in eerste instantie geen boodschappen mee huiswaarts mochten nemen, iets wat naderhand werd verruimd. Ditzelfde zag men vervolgens bij mensen die vanwege het feit dat ‘hun liefde’ aan de andere kant van de grens woonden, na een poosje ook toestemming kregen om de grens over te steken. Hetzelfde was het geval bij studenten. Een online petitie was het resultaat die binnen drie dagen bijna 15.000 ‘handtekeningen’ opleverde. Helemaal frappant was het feit dat de federale politie ging stoppen met de permanente controles aan de grens waardoor de lokale politie met het probleem werd opgezadeld. Ook ging het Benelux Parlement en de Euregio Maas-Rijn zich met de problematiek bemoeien en in Brussel… daar bleef het stil.
En dan recent was er Minister Pieter De Crem, die op de Belgische landelijke televisie en via zijn eigen Twitter-bericht aankondigde dat 8 juni ‘stond’ wanneer het ging om opening van de grenzen, maar dat er woensdag 27 mei op basis van een advies van de GEES aan de Federale Regering wel verwacht mocht worden dat er intrafamiliaal grensverkeer voor 8 juni mogelijk zou zijn. Over hoe dat eruit zou zien en wat de regelgeving daaromtrent zou zijn, werd niet gezegd, maar er was hoop bij velen. Die viel echter in duigen toen woensdagavond 27 mei een melding over de grens uitbleef. Als je dan beseft dat voor Hemelvaart diezelfde Federale Regering in België binnen ‘no-time’ een Ministerieel Besluit uitvaardigde om personen die een tweede verblijf in België hadden, de mogelijkheid bood, hier meteen naartoe te gaan. “Het is alsof Brussel de problematiek aan de grens helemaal niet ziet”, was een veel geziene reactie op sociale media.
In 1989 zag men het in de DDR ook, de revolutie werd van binnenuit gestart. Nu is het (nog) niet zo dat Belgen de straat op gaan om te protesteren, maar spandoeken aan de grens doken her en der al op, al werden die snel door de bevoegde instanties weggehaald.
Hoe kan het nu dat er zo slecht gecommuniceerd wordt? Een uitspraak van de al eerder gememoreerde burgemeester van Maaseik was niet mals: “De grensproblematiek, en in het bijzonder de Limburgse, waar we echt één volk zijn over de grens, leeft duidelijk niet in Brussel en helaas zelfs niet bij heel wat Limburgse parlementsleden en ministers. We gaan de kant op van ‘failed state'”, zo meldde hij. Wellicht dat het komt omdat het relatief kleine België meerdere regeringen heeft die elkaar, naar het schijnt, nauwelijks betrekken in zaken. Dus de vergelijking die gemaakt wordt met
de DDR is niet helemaal vreemd, al ziet men nu dat inwoners bij de grens inventief worden en elkaar, mèt inachtname van de regels, treffen aan de grens, iets wat in 1961, nèt na de bouw van de Muur in Berlijn ook een veel gezien tafereel was.
Voor de inwoners aan de grens en hun families is het te hopen dat deze schrijnende situatie snel opgelost zal zijn.