Het sluiten van de grenzen voelt niet goed aan
Roland Jahn was ooit vastgebonden met kettingen in de DDR. Voor hem is de sluiting van de grenzen in Duitsland met enkele landen vanwege het Coronavirus dubbel. Hij beleefde de val van de Berlijnse muur als westerse journalist en stond negen jaar aan het hoofd van de Stasi-archiefautoriteit. Een leven tussen Oost en West, waarbij zaken door deze sluiting weer boven komen in zijn geheugen.
Barrières en gesloten grenzen, tegenwoordig ervaren we scenario’s die binnen de EU vergeten leken, maar door het Corona-virus weer even naar boven worden gehaald. Voor Roland Jahn die in 1983 onvrijwillig gedeporteerd werd van Oost naar West, is het een vreemde situatie.
“De kwestie van de sluiting van de grenzen momenteel in Duitsland is enerzijds begrijpelijk”, zegt hij. “Aan de andere kant moet men zich in een Europa afvragen dat Europa eigenlijk een ingedeeld gebied van regio’s is, of grenssluitingen een symbool zijn, wat het tegenovergestelde effect heeft. Het voelt niet goed.“
Roland Jahn kijkt met veel plezier terug naar het moment dertig jaar geleden, toen de grenzen in Europa steeds meer doorlaatbaar werden, toen konden de mensen in de DDR op 18 maart 1990 vrij kiezen.
“Het was iets dat een nieuw punt zette in het voltooien van de vreedzame revolutie”, zegt hij. Bij de eerste vrije Volkskammer-verkiezingen in de geschiedenis van de DDR was Roland Jahn journalist voor de ARD.
De overwinning voor de ‘Alliantie voor Duitsland’, gesteund door Helmut Kohl, was geen verrassing voor de huidige federale commissaris voor Stasi-documenten: “Natuurlijk merkte ik ie tijd weken dat ik op pad was als journalist, dat mensen Duitse eenheid wilden . En natuurlijk was de verkiezingscampagne geen verkiezingscampagne van de DDR, maar een verkiezingscampagne van de Bondsrepubliek Duitsland. “
Maar hij wil niet verkeerd begrepen worden. Roland Jahn had een goed begrip van het verlangen van de Oost-Duitsers naar hereniging, dat ze het snel wilden. Toen enkele voormalige DDR-oppositieleden over ‘verraad’ spraken, begreep Roland Jahn het niet – als iemand die in 1953 in de DDR werd geboren: “Ik ben gevormd door deze DDR. Maar de jaren in West-Berlijn hebben ook mijn ogen geopend. Dat leidde ertoe dat ik eigenlijk al de Duitse eenheid leefde. Ik was geen oosterling of westerling, ik was beide in één.”
Roland Jahn woonde in zijn geboortestad Jena tot hij uit de DDR werd ‘ausgeburgerd’. Hij was sinds de jaren zeventig actief in verschillende oppositiegroepen, werd verdreven en gearresteerd wegens ‘openbare aantasting van de staatsorde.’
Roland Jahn had de Poolse nationale vlag op zijn fiets bevestigd met de woorden: ‘Solidariteit met het Poolse volk’. Na protesten werd hij voortijdig vrijgelaten en werd hij al snel tegen zijn wil naar de Bondsrepubliek gedeporteerd.
Hij had niet alleen problemen met de arbeiders- en boerenstaat, maar ook met zijn ouders. Zijn moeder en vader probeerden apolitiek te zijn.
“Mijn ouders waren getekend door het nazi-tijdperk”, zegt hij. “Dat heeft onze familie, in dit Duitse verleden, gevormd. Er werd een poging gedaan om het kleine geluk in het gezin te vinden zonder de staatspartij SED. Mijn ouders vertelden me dat ik de tegenstrijdigheid niet te veel moest laten hangen.”
Zijn vader deed onderzoek als ontwerper bij Carl Zeiss Jena, stond aan de basis voor de gelijknamige voetbalclub en was daar erelid. De detentie van zijn zoon had voor hem grote gevolgen.
“Tot op de dag van vandaag ben ik het meest bezorgd over het feit dat het levenswerk van mijn vader hem is ontnomen’, zegt Roland Jahn. “Dat hij met de verklaring van zijn zoon als staatsvijand van alle functies werd ontheven, dat hij niet langer gerespecteerd werd in de samenleving. Dat raakte hem diep. En tot op de dag van vandaag voel ik me zelfs medeplichtig. Maar de SED en de staatsveiligheid zijn eigenlijk de schuldigen. Maar ik kan de schuld niet van mijn schouders krijgen.”
Roland Jahn kan daarentegen vandaag de dag anderen vergeven, ze begrijpen. Bijvoorbeeld oud-medestudenten die op zijn ausburgerung positief oordeelden. Door de Stasi-dossiers weet hij: “Ik zie dat dit gedwongen situaties waren. In dat opzicht dacht ik soms hoe je zou hebben besloten als je in hun plaats was geweest. En dat is wat ik bedoel, het gaat over onderwijs, niet over facturering.”
Luister hier naar de podcast van Roland Jahn: