DDR Rundfunk: hoe een vrouw vecht tegen de vergetelheid

Elisabeth Heller verloor haar baan bij de DDR-radio in 1991. Maar het verleden van haar station houdt haar tot op de dag van vandaag bezig.

Hier is de DDR-mediageschiedenis geschreven. Het Funkhaus in Berlijn-Oberschöneweide is op het eerste gezicht een onopvallend gebouwencomplex aan de Nalepastraße. Op 31 december 1951 begon hier de DDR-radio. Een korte uitzending vanuit Blok A. Op dat moment was het omroepcentrum net in opkomst. Tot 1990 bleef ‘het kleine stadje in de stad’ het hoofdkwartier van de DDR Rundfunk.

Precies 40 jaar na de eerste uitzending, op 31 december 1991, werden de DDR Rundfunk en het huis gesloten. Vijftien maanden na de Duitse hereniging namen de nieuwe publiekrechtelijke staatsomroepen het programma over. Voor een flink deel van de oud-werknemers betekende dat werkloosheid. Anderen werden overgenomen door West-Duitse omroepen en de nieuw opgerichte MDR. Velen van hen hebben diepe herinneringen aan die tijd. Hun verhalen zijn tot op de dag van vandaag nauwelijks verteld.

Elisabeth Heller was een medewerker die toen niet in dienst was genomen. De domineesdochter en muzieklerares uit het huidige Thüringen belandde in 1978 op de muziekafdeling van de DDR I. Daar werkte ze als muziekredacteur tot haar liquidatie in 1991. Naast speel- en tijdschriftprogramma’s ontwierp ze muzikale en literaire speelfilms en had ze haar eigen serie: ‘Mit Brummtopf, Baß und Fiedel’, volksmuziek van over de hele wereld. Vandaag zegt ze, dat deze tijd vol was met ervaringen die zelden in het openbaar verschenen. De DDR-radio, de overname, de tijd erna. De mensen en hun conflicten. Dat bleven verhalen die alleen de getroffenen kennen, maar waarover nauwelijks werd gepraat. Daar is geen ruimte voor.

Elisabeth Heller gaat in haar eentje op zoek naar aanwijzingen. Sinds 2009 documenteert ze de geschiedenis van de omroep op de website ‘Zeitreisen-Nalepafunk.com’, verzamelt documenten en ontdekt verbazingwekkende dingen. De website biedt snapshots, foto’s en verhalen. Een soort digitale troon voor de DDR-omroep. Alle nationale radiostations van de DDR produceerden uiteindelijk in dit gebouw – de Duitse omroep, de Berliner Rundfunk, Radio DDR I en Radio DDR II en later ook de jongerenradio DT64. Alleen al in de jaren zeventig werkten er meer dan 3.500 mensen op het ongeveer 135.000 vierkante meter grote terrein. Het omroephuis was de thuisbasis van ’s werelds grootste productiecomplex en werd wereldberoemd dankzij de unieke akoestiek.

Elisabeth Heller wil voorkomen dat dit verhaal en dat van de mensen wordt vergeten. Om dit te doen, leerde de nu 72-jarige hoe websites te maken. Ze verwierf de nodige hard- en software en werkt regelmatig in archieven. Soms voelt ze zich een onderzoeksjournalist, zegt ze. Allemaal onbetaald natuurlijk. Hiervoor moest de enthousiaste krantenlezeres haar abonnement opzeggen. Voor deze luxe was een klein pensioen niet meer voldoende.

Maar de moeite loont, zegt Elisabeth Heller. Haar onderzoek is ook biografiewerk, want haar leven kwam ook aan bod op de DDR-radio. Op 42-jarige leeftijd was de toen alleenstaande moeder te jong om met pensioen te gaan, maar te oud voor een nieuwe baan. Ze herinnert zich haar eerste bezoek aan het arbeidsbureau nog goed. De recruiter vertelde haar dat ze maar beter een rijke man kon zoeken, ze zou toch geen werk meer krijgen. Tot op de dag van vandaag is ze verontwaardigd. “Zelfs in het DDR-tijdperk was ik nooit afhankelijk van het geld van een man!” Decennialang was het toen: arbeidsbureau en tijdelijke banen, tot aan mijn pensioen. Zeer weinig mensen zouden weten wat ‘nederigheid’ werkelijk betekent.

Toch was 1989 een uitzondering. 9 november, een schakeldatum in het DDR-omroephuis. Heiko Hilker, een centrale kameraad in de latere strijd om de DT64-jeugdradio in stand te houden, herinnert zich: “De hoofdredacteur werd ontslagen en nieuwe hoofdredacteuren werden democratisch verkozen tot de top.” Er waren redactionele statuten en jongere redacteuren kwamen naar de redacties met hervormingen. “Maandenlang was er vrijheid – het voelde alsof er bijna geen einde kwam”, herinnert Elisabeth Heller zich ook. De ‘schaar in het hoofd’ die deel uitmaakte van de normaliteit vervaagde. Er waren programma’s en onderwerpen die voorheen ondenkbaar waren. Maar dit tijdvenster was kort. “Het duurde slechts een jaar en 89 dagen. Toen was het eindelijk voorbij”, zegt Elisabeth Heller. “De DDR-radio was gesloten, het voelde als een nacht. Een shock.”

Onderzoek noemt deze schok een ‘omwenteling of transformatie-ervaring’ – een gevoel van machteloosheid en sprakeloosheid, overmatige eisen en desoriëntatie. Elisabeth Heller had zenuwinzinkingen zonder het te weten. Ze viel stil. Er is veel overgebleven en afgebroken, zegt ze – zoals de vriendenkring, die vooral uit collega’s bestond. Iedereen die tot dan toe bekend was, had ineens met zichzelf te maken. Bijna niemand praat erover – de beschuldiging van ‘Jammerossis’ dreigt. Studies tonen aan dat (bijna) iedereen zich Elisabeth Heller voelde.

Men moet echter op zoek naar studies over de transformatie van de DDR-omroep. Sylvia Dietl onderzocht aan de universiteit van Düsseldorf hoe het West-Duitse omroepsysteem begin jaren negentig naar Oost-Duitsland werd overgebracht. Een conclusie van haar binnenkort te verschijnen boek ‘Transformation und Neustrukturierung des DDR-Rundfunks im Prozess der Wiedervereinigung Deutschlands’: De belangen van de West-Duitse omroep vormen het kader voor de transformatie van de DDR-omroep. De stemmen van Oost-Duitse hervormers gingen echter ten onder.

Heiko Hilker komt tot een soortgelijke conclusie. “Het gevestigde BRD-systeem werd geïmplementeerd in de openbare omroep. De hervormde DDR-programma’s hadden geen kans.” De jongerenradio DT64 was geen uitzondering. Het station won tijd doordat tienduizenden op straat kwamen demonstreren voor het behoud ervan. Ze verzamelden 300.000 handtekeningen en begonnen protesten. Zelfs in West-Duitsland waren er volgens Hilker meer dan 30 vriendengroepen. Er was een publieksclub met ruim 5000 leden en publieksbijeenkomsten met de makers. Dus was DT64 een sociaal netwerk voordat digitale sociale netwerken bestonden! Op de een of andere manier wel, zegt Hilker, die al enkele jaren in de MDR-Rundfunkrat zit. DT64 was de eerste Oost-West-Duitse integratieradio. Publiek en makers uit Oost en West kwamen samen.

Uiteindelijk nam de MDR het station over, noemde het ‘Spoetnik’ en verplaatste het naar satelliet. De Berliner Rundfunk werd geprivatiseerd en de Deutschlandsender Kultur werd geïntegreerd in Deutschlandradio. “Er was geen relevante Oost-Duitse stem meer met een bijbehorend bereik”, vat Hilker samen.

Volgens Elisabeth Heller zijn veel oud-collega’s diep gekwetst door deze ervaringen. Tot op de dag van vandaag spraken ze er nauwelijks over, oude collega’s kwamen zelden op het terrein van de omroep. Na al die jaren, zegt ze, komen de teleurstellingen van weleer daar nog steeds naar boven. Ook Heiko Hilker is van mening dat het trauma van de tijd van hereniging en de periode na hereniging nog niet is verwerkt. Je moet het verhaal van DDR-radio en zijn transformatie vanuit verschillende hoeken vertellen. Tot dusver hebben West-Duitse perspectieven gedomineerd, maar de Oost-Duitse stemmen zijn uitgevallen.

Op de website van Elisabeth Heller komen hedendaagse getuigen aan het woord die anders geen ruimte zouden vinden. Na haar “afwikkeling” werkte ze zelf keer op keer als “meisje voor alles” bij de ORB en SFB (later RBB). Tegen studententarief. Het was nooit genoeg voor een volledige positie. Toch heeft ze veel geleerd. Bij het vergelijken van Oost- en West-Duitse radio merk je al snel dat zwart-wit denken niet helpt. “Met repressie kom je niet ver”, zegt ze. “Op andere plaatsen komt de bitterheid weer naar boven. Daarom gaan alleen transparantie en openheid.”

Het verhaal van het Funkhaus symboliseert een stukje Oost-Duitse biografie. Het herinnert ons eraan dat de geschiedenis en de mensen erin zich niet ontvouwen.

Geef een reactie