Zwitserse bank moet DDR-activa terugbetalen
De Zwitserse bank Julius Baer moet in de honderden miljoenen voormalige DDR-tegoeden op Zwitserse rekeningen terugbetalen. Een juridisch geschil dat tientallen jaren heeft geduurd, is nu definitief beslecht.
In totaal gaat het om activa en rente van 150 miljoen frank, wat overeenkomt met bijna 140 miljoen euro. Dit is 97 miljoen francs, vermeerderd met opgelopen rente sinds 2009. Het geld gaat naar de Duitse staat.
De bank had hiervoor in december 2019 al een voorziening getroffen, het bedrag was daarmee gedekt, aldus de financiële instelling. Volgens Julius Baer kwam het geld van een buitenlandse handelsonderneming in de DDR en tussen 1990 en 1992 belandde het op de rekeningen van het bedrijf bij de Zwitserse bank Cantrade, die Julius Baer in 2005 had overgenomen.
De betalingen waren bekend bij de overname van de bank. Zij zal ze daarom terugvorderen van de verkoper. Dat was de grote Zwitserse bank UBS.
Het Federaal Agentschap voor Bijzondere Taken Eenwording (BvS), de opvolger van de Treuhandanstalt, die onder meer zorgt voor gelden die leden van het SED-regime opzij hadden gezet na de val van de Muur, had een rechtszaak aangespannen. De Treuhandanstalt kreeg destijds de opdracht om de staatsbedrijven in de DDR te reorganiseren en vervolgens te privatiseren.
Dit moet zoveel mogelijk bedrijven concurrerende en veilige banen opleveren. Anders moest het bedrijf worden geliquideerd. De Treuhandanstalt was ook aangewezen als de fiduciaire beheerder van de eigendommen van de partij- en massaorganisaties.
De BvS is op 1 januari 2001 gestaakt. Sindsdien bestaat het alleen als een juridische en vermogenshouder en blijft het in deze rol eventuele claims nastreven die vandaag nog kunnen bestaan.