Verschillen tussen Oost- en West-Duitsland tijdens de Muur

De producten in Oost-Duitsland (DDR) waren kwalitatief en kwantitatief minder goed dan de producten in West-Duitsland (BRD). Het was in vergelijking met Oost-Duitsland een luxe om in het westen te leven. Het verschil in producten was goed te zien in woningen, mode, etenswaren en auto’s.

Er was één soort gebouw dat vaak in de DDR werd gebouwd. Dit heet in het Duits ‘Plattenbau’. Letterlijk vertaald: platenbouw. Hierbij werden steden helemaal volgebouwd met gebouwen die voor het grootste gedeelte al in de fabriek gemaakt zijn. De platen werden al in een fabriek gemaakt en werden uiteindelijk op de plek waar het gebouw moet komen in elkaar ‘geklikt’. De reden dat er zo veel gebouwen bijgebouwd moesten worden, is dat er een enorme woningnood was na de Tweede Wereldoorlog. Duitsland was erg verwoest en de oplossing in het oosten was om flats te bouwen. Hierdoor konden er veel mensen tegelijk in een woning intrekken. Om de bouw te versnellen werden alle muren/wanden al in een fabriek gemaakt en niet ter plekke.

Daarnaast was de Oost-Duitse mode niet erg hip. Als de inwoners te veel keuze in kleding hadden, zou dat er volgens de regering voor zorgen dat ze hebzuchtiger worden. Dit was zeker niet de bedoeling in het communistische oosten. Oost-Duitsland was vooral bezig met de zware industrie en als de mensen te veel keuze zouden hebben op het gebied van mode, zou dat alleen maar leiden tot hebzucht. Hebzucht is een kenmerk van kapitalisme en dat is waar de communisten zo op tegen waren. Daarnaast kan een andere reden zijn dat alle bedrijven vanuit de overheid produceerden (planeconomie). De overheid voelde zich niet geroepen om hippe kleding te produceerden, en het was ook niet toegestaan dat andere bedrijven dat deden. Doordat de kleding in het westen wel hip was, kwam het voor dat er kleding vanuit het westen naar het oosten gesmokkeld werd.

In het oosten was er minder keus op het gebied van etenswaren. Daarnaast was de kwaliteit van de etenswaren ook niet altijd even goed als de kwaliteit van producten in het westen. Dit heeft te maken met concurrentie. In het oosten was er een planeconomie, en werd alles dus door de overheid geregeld. Er mochten geen andere bedrijven zijn die niet vanuit de overheid werkten. Het heeft voor de overheid geen zin om meerdere bedrijven voor een product op te richten, dus is er geen concurrentie. Concurrentie zorgt vaak voor de verbetering van producten en aangezien er in het oosten geen sprake is was concurrentie, werd de kwaliteit ook niet veel beter. Dit was in het westen wel het geval, omdat daar geen planeconomie was. In de film ‘Goodbye Lenin!’ is er ook een verschil tussen het eten in de DDR en het eten in de BRD te zien. Nadat Christiane uit haar coma ontwaakte, en heel Duitsland weer bij elkaar hoorde, was er te zien dat Alexander op zoek ging naar potjes van Oost-Duitse producten. Twee voorbeelden hiervan zijn de augurken en de koffie.

Ook zijn er verschillen te zien op het gebied van auto’s. In het westen werd er in auto’s uit West-Europa gereden, zoals Volkswagen, BMW en Mercedes. Aangezien het oosten niets met het westen te maken wilden hebben, gingen ze eigen auto’s produceren. De bekendste Oost-Duitse auto is de Trabant. Dit was een auto die door de Oost-Duitsers werd geproduceerd. Een andere bekende Oost-Duitse auto was de Wartburg. Veel mensen uit het oosten wilden dan ook een Trabant of een Wartburg.

Lenin was de grote leider van de communisten, het oosten van Duitsland. Daarom had hij een eigen beeld in de DDR. Nadat de muur viel, is dit beeld ook weggehaald. Door de hereniging tussen Oost- en West Duitsland kwam er een nieuwe leider, Gorbatsjov, en een beeld van Lenin past er dan niet meer tussen. Lenin was vanuit het oogpunt van vele mensen geen held. Het zou daarom ook raar zijn als ze een beeld van hem laten staan. Ook zou een beeld van Lenin de Duitsers te veel herinneren aan de nare tijd van de Koude Oorlog. Daarnaast is Lenin nu niet meer de ‘grote leider’ en werd het beeld van hem weggehaald. Dit was ook te zien in de film ‘Goodbye Lenin!’.

Naast een beeld van Lenin stond er ook een beeld van Karl Marx en Friedrich Engels. Dit zijn de twee stichters van het Marxisme. Op politiek gebied, vormt het Marxisme een basis voor het communisme. Marx en Engels hebben samen een boek geschreven: ‘Communistisch Manifest’. Hierin probeerden ze het communisme duidelijk te maken voor de ‘normale’ mensen. Om de twee mannen te eren is er een groot beeld voor ze geplaatst in Berlijn. Het plein waar het beeld staat heet ‘Het Marx-Engels-Forum’. Dit beeld staat er nog steeds. Dit beeld mag wel blijven staan, omdat Marx en Engels voor een wereldrevolutie hebben gezorgd.

Naast monumenten voor personen, zijn er ook andere monumenten. Alleen al in Berlijn zijn er erg veel monumenten vanuit de Koude Oorlog te vinden. Er zijn nog steeds overgebleven stukken van de Berlijnse Muur. Hier is ook een museum bij gemaakt, om mensen dingen te leren over de scheiding van Berlijn. Een ander voorbeeld is ‘Checkpoint Charlie’. Dit is een controlepost op de scheiding van Oost- naar West-Berlijn. Hier is nog steeds een monument om terug te denken aan de Koude Oorlog, en dus de scheiding van Duitsland.

Het westen van Duitsland was kapitalistisch. Het oosten was communistisch. Bij het kapitalisme is er een markteconomie en bij het communisme een planeconomie. Een markteconomie houdt in, dat de vraag en aanbod bepalen welke producten er worden verkocht en voor welk bedrag. De overheid speelt hierbij geen rol. Een planeconomie houdt in dat de overheid beslist wat en hoeveel er in een land geproduceerd wordt. In het westen bemoeit de overheid zich niet zo veel met de economie en in het oosten wel.

Het gevolg voor het dagelijks leven was, dat de kwaliteit van de producten in het oosten minder goed was dan de kwaliteit van de producten uit het westen. In het westen was het kapitalisme, wat betekent dat mensen vrij zijn om een bedrijf te starten en dat die bedrijven gericht zijn op winst maken. Doordat er veel bedrijven zijn, is er ook concurrentie. Over het algemeen zorgt concurrentie voor het verbeteren van de kwaliteit van producten. Dit is, omdat ze graag willen dat mensen hun producten kopen. Ze gaan dan of de kwaliteit verbeteren, of de prijs verlagen.

In het oosten was er sprake van een planeconomie. In een planeconomie beslist de overheid alles en mogen andere partijen geen bedrijf starten. De primaire producten, zoals eten, drinken, medicijnen waren goedkoop. De communistische regering wilde de prijzen van basisbehoeften laag houden. De wat luxere producten werden wel heel duur. Dat komt, omdat er geen concurrentie was en dus de prijzen niet verlaagd werden door een ‘prijzenoorlog’.

Het westen van Duitsland was kapitalistisch. Het oosten was communistisch. In het oosten besloot de overheid wat er verkocht werd door middel van een planeconomie. In het westen werd er veel meer reclame gemaakt dan in het oosten. Dat komt doordat het voornaamste doel in het westen was om winst te maken. Ook waren er veel meer andere aanbieders van producten. Producenten hadden reclame dus nodig om hun product bekend te maken en daarbij ook veel te verkopen.

In het oosten werd er reclame gemaakt voor producten als de Trabant, maar ook voor dingen als een scheerapparaat, een koelkast of chocolade. Dit ware luxe producten. Deze producten waren veel duurder dan de producten die tot de basisbehoeften horen. De overheid wilde wel dat de mensen dit gingen kopen, dus gingen ze hier reclame voor maken. De reclames werden in opdracht van de overheid gemaakt. Iets anders waar in de DDR reclame voor gemaakt werd, was de politiek. Dit deden ze door de standpunten van de overheid te verkondigen op de radio, televisie en ook via borden en spandoeken op gebouwen.

In de film was hier ook wat van te zien. Coca-Cola was iets kapitalistisch en reclame hiervoor was niet toegestaan in het oosten van Duitsland. Na de val van de muur werd het ook in het oosten toegestaan. Er werd een groot reclamedoek op een flatgebouw gehangen.

Voordat Duitsland gesplitst werd in Oost- en West-Duitsland, was er een centrale munteenheid: de Duitse Mark. Toen de Koude Oorlog begon, kreeg Oost-Duitsland een eigen munteenheid: de Mark der DDR. Deze munteenheid werd de Ostmark genoemd door de West-Duitsers. Deze munt was tot de val van de muur in 1989 het wettige betaalmiddel in Oost-Duitsland. Na de hereniging werd de Ostmark afgeschaft en werd alleen de Duitse Mark een wettig betaalmiddel.

In februari 1990, drie maanden na de val van de Muur, werd er voorgesteld om economische hervormingen door te voeren. Dat betekent dat heel Duitsland dezelfde munteenheid krijgt, de Duitse Mark. Op 18 mei werd er getekend voor dit voorstel. In de nacht van 30 juni op 1 juli konden mensen hun geld bij de bank wisselen.

In de film was hier ook een voorbeeld van te zien. Christiane heeft een hele tijd voor een Trabi, een typisch Oost-Duitse auto gespaard. Dit geld heeft ze verstopt in een kastje. Toen Christiane niet van de hereniging van Duitsland wist, werd de munteenheid in Berlijn veranderd van een Ostmark en een Duitse Mark naar de Duitse Mark. Alexander en Ariane wisten niet van dit geld en hebben het kastje dus weggedaan. Christiane begon over het geld en toen kwamen ze erachter dat het de andere munteenheid was. Uiteindelijk vonden ze het geld, maar waren ze te laat om het in te wisselen voor de nieuwe munteenheid. Hierdoor is al hun geld verloren gegaan.

Geef een reactie