Disco in de DDR: tussen vrijheid en uitvoering van plannen

De jeugdcultuur van de DDR in de jaren ’70 en ’80 werd vooral gevormd door de disco: er werd gedanst in jeugdclubs, culturele centra of gewoon in de hal van de dorpsherberg. Van alles wat geschikt was, werden regelmatig danszalen gemaakt. Voor de jeugd was het de gelegenheid om onder elkaar te zijn, om plezier te hebben. De partijleiding hoopte aanvankelijk het groepsgevoel in hun voordeel te gebruiken, maar zonder succes. – Een documentatie van de MDR, die te zien is in de ARD-mediabibliotheek, herdenkt deze bijzondere tijd.

Het leven in de DDR kenmerkte zich door regelgeving, taakvervulling en strakke structuren. Des te meer de jeugd die in de jonge staat was opgegroeid, verlangde naar vrijheid, plezier en amusement. Met de discogolf in de jaren zeventig begon het discotijdperk in de DDR en leverde plotseling precies dat op.

Hoewel de leiding van de DDR sceptisch was – met name de oudere generatie beschouwde disco als ‘een kern van misdaad’, zoals muzikant Norbert Winkler uit Wurzen herinnert, was het juist de partij die de discocultuur in de DDR mogelijk maakte. Op het Wereldfestival van 1973 probeerde de staat de indruk van kosmopolitisme over te brengen en stelde zo zijn eigen jeugd in staat om in een andere wereld te kijken. Later werden de nieuwe dance-evenementen ook behoorlijk erkend met het ‘Disco-reglement’.

Disco-pionier Rainer Böhme herinnert zich: “We kwamen op het idee, we gaan gewoon naar het FDJ-districtsbestuur en zeggen dat we dood zijn. We zouden graag een disco willen doen, maar we hebben wat geld nodig. Ze zeiden: Ja. En we waren totaal stomverbaasd, we hadden het niet verwacht “. Al snel ontstond er een massabeweging: er werden disco’s gehouden in elke stad, elk klein dorp, in alle zalen, zelfs in het Paleis van de Republiek – en toch was het aantal niet genoeg. Lange rijen vormden zich voor de locaties. In een televisie-enquête uit die tijd eisen jongeren ‘dat er zou meer disco moeten zijn’ en tegelijkertijd klaagt een organisator dat hij niet eens weet hoe hij meer moet doen: “Ik heb ook een privéleven.”

Beluister de hits die in de DDR gedraaid werden

De DDR-regering tolereerde het ‘discohoppen’ niet zomaar, maar alleen met duidelijke eisen en ideeën: de jongeren zouden hier samen moeten komen en zich ontwikkelen tot socialistische persoonlijkheden. Iedereen die wilde dj’en moest deelnemen aan seminars, een examen afleggen om platenartiest te worden, of kortweg SPU, inclusief officieel certificaat. De dj’s moeten concepten bedenken hoe de jeugd in de disco kan worden opgeleid. Ook voor de muziek waren er duidelijke regels: 60 procent van de gespeelde muziek moest uit het oosten komen.

Dat was echter niet zo eenvoudig te realiseren. De muzikant Falkenberg herinnert zich: “Om dit 60/40-ding werkelijkheid te laten worden, viel het niet zo goed bij de mensen. Dus degenen die erover opstonden waren de coole. De anderen die het probeerden Een cultuurmiddag houden was op de een of andere manier niet cool. Ze testten het. Als de dansvloer dan leeg was, was het ding mislukt. Een oosters nummer kreeg eigenlijk maar ÉÉN kans”. Het was vaak genoeg dat de muziek uit het Oosten kwam, werd goedgekeurd en mensen uit protest de dansvloer verlieten. Om de muziek te kunnen spelen die het jonge publiek wilde horen, zaten SPU’s lange tijd thuis voor de radio en gebruikten krachtige antennes om stations uit het Westen te ontvangen, waarvan ze de muziek vervolgens op tape opnamen.

Er waren veel duidelijke regels, maar die werden vanaf het begin niet strikt gehandhaafd. De leiding zag simpelweg over het hoofd hoeveel westerse muziek er werd gedraaid, die in de regel niet in licentie was gegeven. Vermoedelijk ging het er ook om dat de jeugd werd afgeleid. Hubert Müller, die destijds onder de naam ‘Hammer-Disko’ door het land trok, zegt: “Er zijn maar twee dingen waar ze naar op zoek waren: iets te drinken en meisjes”.

De disco in de DDR werd vooral gekenmerkt door amateurs die hun muziek uit de ether haalden, hun eigen lichteffecten bouwden en daarnaast naar school gingen of trainden. Eind jaren 80 was er waarschijnlijk het idee om in elk district van de DDR een discotheek te bouwen – maar toen kwam het keerpunt.

De documentaire ‘1-2-tip forever’ brengt de discotijd weer tot leven. De filmmakers Titus Richter en Marcus Fritsch spraken met talloze mensen die destijds naar de disco gingen en zich hen herinnerden. Je hebt “platen-entertainers” ontmoet waar de tijd nog aanwezig is: Hubert Müller heeft nog zijn SPU-licentie en het spandoek met het opschrift ‘Hammer-Disko’. Hans-Jürgen en Martina Theilig, die als Tini en Jürgen door het land trokken, hebben nog steeds de oude effectmachine. Daarnaast toont de documentaire veel archiefopnames die een authentiek beeld laten zien van de disco in de DDR. Een documentatie die je laat wentelen in herinneringen of de kinderen dichter bij de jeugd van hun ouders brengt.

Geef een reactie