Vanuit de ruimte zie je de voormalige Oost-West grens in Berlijn

Als je naar kaarten van Berlijn kijkt die in de decennia vóór 1989 zijn gemaakt, is het onmogelijk om het fysieke feit van de politieke verdeeldheid van de stad niet op te merken. Sommige kaarten vervingen de helft van de stad door een lege ruimte; anderen vervormden de geografie pijnlijk om één kant helemaal te verwijderen. Kijkend naar kaarten van de stad vandaag, lijkt het alsof het weer een verenigd geheel is. Je zou hard moeten werken om precies uit te zoeken waar de muur ooit stond. Hetzelfde geldt echter niet voor luchtfoto’s. In 2013 nam astronaut Chris Hadfield een foto van de stad vanaf het 200 mijl hoge uitkijkpunt van het internationale ruimtestation ISS, en er viel meteen iets op. In het westen zijn de lichten wit; in het oosten zijn ze geel. De grens is een scherpe, duidelijke lijn die weerspiegelt waar de Muur ooit stond.

Hadfield tweette de foto met de opmerking: ‘Berlijn ’s nachts. Verbazingwekkend genoeg denk ik dat de gloeilampen nog steeds de oost / west-divisie vanuit de ruimte laten zien.’

Waarom dit zo is, is niet meteen duidelijk. De Muur viel tenslotte meer dan twintig jaar voordat Hadfield zijn foto nam, en je zou je voorstellen dat grote brokken infrastructuur, inclusief straatverlichting, in die tijd zouden zijn vervangen, vooral als de oostelijke exemplaren verouderd waren. Maar blijkbaar niet zo veel. Kort nadat Hadfields foto de ronde deed op sociale media, zei Christa Mientus-Schirmer, een lid van het stadsbestuur, tegen The Guardian: ‘Hoewel we in de jaren sinds de val van de Muur veel vooruitgang hebben geboekt, hebben we niet het geld gehad dat we graag hadden willen verdelen in de twee delen van de stad.’

De betekenis van de lichten als herinnering aan de eens verdeelde stad is ook niet verloren gegaan voor de bewoners. Op de 25ste verjaardag van de hereniging in november 2014 gebruikte een kunstenaar 8.000 gloeiende ballonnen om de scheiding van de Muur na te bootsen.

Binnen de EU is er momenteel een duwtje in de rug om in heel Europa een miljoen straatlantaarns te vervangen door nieuwe, emissiearme modellen. Deze zouden dat wittere licht geven, dus het kan zijn dat, net als de resterende delen van de muur verdwijnen, de lichtongelijkheid met de tijd zal vervagen.

Geef een antwoord