Zelfmoorden in onderwijsinstellingen van de DDR

Jongeren die niet in het socialistische onderwijssysteem van de DDR pasten, kwamen vaak naar gesloten onderwijsinstellingen. Keer op keer waren er zelfmoorden. Huismanagers en opvoeders zijn tot op heden echter niet verantwoordelijk gehouden.

Winter 1982: Andreas Golz werd op 14-jarige leeftijd opgesloten in de gesloten jeugdwerkplaats in Torgau bij Leipzig. Hij is een eenling die het socialisme niet aankan. In Torgau zou hij gedisciplineerd zijn met hard werken en meedogenloze opvoeding, net als zijn 16-jarige vriend, Rainer Funkert. Andreas Golz, die nu in Freilassing woont, zal de datum 27 februari 1982 nooit vergeten. Die dag pleegde zijn vriend Rainer Furkert zelfmoord. Hij had zijn zelfmoord weken eerder aangekondigd. Toch reageerde niemand. Zelfs niet toen de 16-jarige zijn plan uitvoerde en gaasverband in zijn cel aanstak. Als Andreas Golz en andere gevangenen willen helpen, worden ze verdreven door een opvoeder met een rubberen wapenstok.

De dood van de 16-jarige Rainer Furkert wordt korte tijd later onderzocht. Op het Jugendwerkhof Torgau wordt het geclassificeerd als een “speciale gebeurtenis”. Er zijn geen “aanwijzingen voor technisch of zelfs persoonlijk falen”. Niemand wordt verantwoordelijk gehouden. En dat was niet alleen het geval in Torgau, maar ook in andere huizen en jeugdwerkplaatsen, legt historicus Christian Sachse uit. In het Stasi Museum in Berlijn houdt hij zich bezig met opvoedingsorganisaties in de DDR. “Als er aanwijzingen waren voor een risico op zelfmoord, werd er niet gezegd dat hij behandeld moest worden door een psycholoog of dat er bijzondere aandacht moest zijn. In plaats daarvan moest hij onder controle worden gebracht”, zo vertelt historicus Christian Sachse.

Sandra Klötzing verloor haar broer Steve Berger, eveneens in Jugendwerkhof Torgau. Ze heeft er nooit in het openbaar over gesproken, maar de herinnering aan zijn dood op 29 april 1988 laat haar niet los. “Ik vind het gewoon triest. Bovenal gebeurde het bijna een jaar voor de val van de Berlijnse muur. Als hij een jaar had moeten doorgaan, zou hij waarschijnlijk nog steeds leven”, zo vertelt Sandra Klötzing.

Vijf dagen na zijn toelating tot Torgau hangt Steve Berger zichzelf op in zijn cel. Ook hier wordt direct een onderzoek gestart. Deze keer doet zelfs de recherche onderzoek. Resultaat: ‘Geen externe fout’. Met de volgende beoordeling is het personeel opgelucht: ‘De zelfmoord was bijna onvermijdelijk, omdat Steve Berger ‘sinds de kleuterschoolleeftijd’ gedragsproblemen had en ‘mentale instabiliteit’ had’. Sandra Klötzing herinnert zich hem heel anders. “Ik kan deze beoordeling niet begrijpen!”

Naast Steve Berger en Rainer Furkert stierven er de laatste tien jaar van het bestaan van Jugendwerkhof Torgau nog minstens drie andere jongeren op deze plek. Er waren ook doden in andere huizen en jeugdcentra. Volgens de Berlijnse historicus Christian Sachse zijn de doden nooit officieel geregistreerd. Hij heeft handgeschreven lijsten gevonden met de zogenaamde ‘speciale gebeurtenissen’ en twijfelt aan hun volledigheid: “Ze werden niet eens per jaar gearchiveerd. Er zit geen systeem in”, zo vertelt hij.

Al in november 1990 constateert een onafhankelijke enquêtecommissie van de districtsraad van Torgau dat het gesloten jeugdwerkcentrum vaak zwaarder was dan het gevangeniswezen, hoewel geen van de minderjarigen was toegelaten op basis van een rechterlijke beslissing. Desalniettemin werden de verantwoordelijken na de Wende niet systematisch vervolgd. Anna Kamminsky en haar collega’s van de Bundesstiftung zur Aufarbeitung der SED-Diktatur analyseerden de redenen hiervoor om de SED-dictatuur te verwerken. “Aan de ene kant waren er problemen met de aantoonbaarheid en verjaringstermijnen”, legt Kamminsky uit. “Het was natuurlijk ook een vraag die in het Einigungsvertrag was geregeld. Dat onrecht en misdaden uit de DDR moesten worden behandeld volgens het mildere strafrecht. “Er zijn maar heel weinig meldingen gedaan en veroordelingen volgden bijna nooit”, zegt Anna Kamminsky. Voor de slachtoffers en hun familieleden is er naast het lijden de bittere ervaring dat geen enkele directeur of opvoeder is vervolgd.

Geef een reactie